Er zijn tentoonstellingen die zo veelzijdig en interessant zijn, dat het loont om er meer dan een keer naartoe te gaan. Zo’n tentoonstelling is ‘Kunst voor de kost’ die nog tot 8 september te zien is in het Dordrechts Museum. Het gaat hier om schilderijen die gemaakt zijn om, zoals het gezegde luidt, ‘de schoorsteen rokende te houden.’ Werk dat de kunstenaar misschien niet zou hebben gemaakt, als hij of zij er niet van had moeten leven.

Tot en met de 18e eeuw was bijna alle kunst voor de kost. Kunstenaars werkten vaak in opdracht. Een mooi voorbeeld daarvan is de Nachtwacht van Rembrandt, het fraaie en streng ogende portret van burgemeester Jacob de Witt (Dordrechts Museum) of de behangselschilderingen van de gebroeders Van Strij. Over hen is eveneens een boeiende expositie in het museum te zien, naar aanleiding van het 250-jarig bestaan van Pictura, waaraan ik al eerder aandacht besteedde.

In de 19e eeuw gaat in de kunstwereld het een en ander veranderen. Door allerlei oorzaken ontstaan verschillende stromingen en gaan kunstenaars meer werken vanuit het eigen gevoel, de behoefte schoonheid te scheppen en een eigen uniek talent te ontwikkelen. Ook de uitvinding van de fotografie speelt hierin een rol. Opdrachtgevers hoefden zich bijvoorbeeld voor een portret of een landschap niet meer alleen tot een kunstenaar te wenden. Er ontstaat een onderscheid tussen kunst en ‘commerciële kunst’, de kunst voor de kost.

Dat het neerkijken op kunst voor de kost, zoals dat weleens wordt gedaan, niet altijd terecht is, is te zien op de tentoonstelling waar bijvoorbeeld enkele prachtige portretten door Jan Veth hangen, evenals het unieke zelfportret van Willem Bastiaan Tholen dat het Dordrechts Museum bezit. Of dat nu echt een schilderij voor de kost is, betwijfel ik, maar ik ken de geschiedenis ervan niet. Er hangt een aantal landschappen uit de Haagse School, en een aantal zeeschilderingen, of liever spelende kinderen op het strand, wat populaire onderwerpen waren bij het publiek. Dat doet in veel gevallen niets af aan de kwaliteit van de kunstwerken.

Interessant is dat verschillende schilderijen te zien zijn die normaal niet in de vaste opstelling hangen, maar uit het depot komen, waaronder enkele werken van Ary Scheffer. Het is eigenlijk te veel om op te noemen, zo veelzijdig is deze expositie. Ik heb hem nu tweemaal bezocht en daar zal het zeker niet bij blijven.

Afbeelding: Jacob Maris, Stad aan het water. Dordrechts Museum.