Afgelopen vrijdag vertelde ik voor een privégezelschap over hoogtepunten van de Dordtse geschiedenis, althans wat ik hoogtepunten vind, want, zoals de in Dordrecht geboren historicus Pieter Geyl (1987-1966) ooit zei: geschiedenis is een discussie zonder eind. Dat niet iedereen in ons vak daar zo over denkt blijkt uit het feit dat de dame die ter stede meer aandacht voor het slavernijverleden vraagt, een collega historica, mij terstond uit haar Linkedln-contacten schrapte toen ik het waagde kritiek te hebben op een boekje uit de serie Verhalen van Dordrecht waarvan zij een van de auteurs is. Activisme en vakinhoudelijke gedachtenwisseling, die gaan niet altijd samen.

De komst van een aantal boekdrukkers naar de stad, vanuit de Zuidelijke Nederlanden in het laatste kwart van de zestiende eeuw, luidde een van die hoogtepunten in. Iets daarvan is te zien in de Blauwe Kamer van de Dordtse bibliotheek, waar op 26 juni een door de ‘bieb’ aangeschafte Keurbijbel wordt gepresenteerd. Samen met de beheerder van de collectie van de bibliotheek laat ik daarover mijn licht schijnen. Alle informatie daarover vind je hier. Ik zie er naar uit. Weinig dingen zijn leuker dan over de geschiedenis van je eigen stad vertellen.

Foto: Kees Klok